Aankoop

De crepitatie van de sneeuw onder onze voeten verzacht de gezonde spanning. Opgetogen brengen we een eerste bezichtiging van onze toekomstige droomboot. De winter is inmiddels in Nederland neergestreken en met dikke kleding lopen wij over de steigers. Zal de boot iets van gelijkenis hebben met de fotocollage die we kennen van de website? Zoekend door alle masten zien we haar. De verkopende makelaar begint direct over de waarde van de -in slecht verkerende staat- windvaan. Toch deed de man voorkomen alsof hij de uitvinder en tevens patenthouder is van windvaansystemen. Eenmaal aan boord begon mijn klushart sneller te kloppen. Wauw…. hier ben ik de aankomende 40 jaar wel mee zoet, dacht ik. Lekke patrijspoorten, elektronische spaghetti wirwar en de nodige zichtbare roest zorgde dat ik groeide in mijn onderhandelingspositie. Gelukkig was mijn wederhelft, lieve vrouw en op dat moment het enige rationele wat mij nog enigszins kon redden, op armlengte afstand van mij. Afkeurende blikken waande mij weer op aarde. En ja… het was een hoop werk maar misschien kan er een heeeele hoop van de prijs af…?! De boot had een serieuze vraagprijs. Misschien toch nog best veel voor een Van de Stadt 40 Carribean. “Over de prijs is te discussiëren” waren de laatste woorden van de makelaar toen we van boord stapte.

Toen we eenmaal van het spekgladde dek weer op de bevroren steigerdelen stonden, viel het oog van Lonneke op een prachtschip dat een paar boxen verderop in haar winterslaap lag. Aangezien we toch nog even moesten wachten op de deur-sluitende handelingen van de makelaar, waagde we een kijkje bij het schip. Dit was de boot waar we van droomde. Veel ruimte, op het eerste gezicht zeer degelijk en een stuk ruimer dan de voorgaande schepen die we hadden bekeken. Onze aandacht op de boot is niet onopgemerkt gebleven. De makelaar liet zijn kwaliteiten als superverkoper direct gelden. Waarschijnlijk waren het de pretogen van ons beide die ons verraadde. Maar resoluut als we toen waren, melde wij aan de makelaar dat deze boot, dit mini-superjacht en varend huisje in onze dromen niet binnen het budget viel en dat we graag verder wilde kijken. Helaas was de makelaar meteen overtuigd en begeleide ons in de richting van het havenkantoor waar we een bekertje chocolade dronken om de kater te verdrijven. Met het verlaten van de verkoophaven, besefte ik niet dat we een paar weken later het koopcontract zouden tekenen en dat Lonneke en ik de trotse eigenaar en kapitein zouden zijn van de Baron 135 met de naam Fixed Marus.

Voordat dat de koop definitief zou worden gemaakt hebben we de meest strenge, berucht bij alle verkopende scheepsmakelaardijen.. keurmeester ingehuurd. Toen de verkopende makelaar vroeg welke keurmeester de keuring zou doen, vertelde ik trots welke scheepshuid-tovenaar ik in de arm had genomen. “Wat… je hebt toch niet die kerel ingehuurd??!!” waren de woorden die mijn vertrouwen naar een episch niveau brachten. Na een dag in de vrieskou te hebben gestaan en 1000,- euries lichter te zijn geworden, kwam de Meester met zijn oordeel. “Mooi stevig scheepje hoor.” Dat waren de woorden waarvan mijn kerntemperatuur weer op een acceptabel niveau kwam. Hier en daar wat roest, cosmetische motorschade, verouderde navigatieapparatuur waren wel de steekwoorden in het rapport. Top dacht ik, we zijn nog niet eens IJmuiden voorbij en we gaan nu al voor de wind. Maar ach, ik kon niet weten dat Stevie Wonder een neefje in Nederland had, en laat dat neefje nou net onze keurmeester zijn die ik had ingehuurd om ons huisje te keuren. Het huisje dat mijn gezin over de woeste baren zou brengen.

De motor liep op twee cilinders ipv vier, meerdere spanten doorgerot, hennegatskoker doorgerot, gasinstallatie defect, elektrisch systeem niet werkbaar en gevaarlijk op termijn, alle! dekluiken lekte, brandstoftanks zwaar verontreinigd en door gebrek aan mangat niet meer bruikbaar, teakdek was los op verschillende plaatsen, aandrijving was krom en lekte. Al met al een ontwikkeling waar wij niet vrolijk van werden. Het enige wat positief was aan de verkeerde waarnemingen van de keurmeester was dat hij een huiddikte had gemeten van 5mm terwijl het onderwaterschip 14mm dik is. Mogelijk was de bouw van de Baron een geheim project van de Kriegsmarine destijds. Er zat niets anders op dan de kluskleren als een tweede huid te koesteren en de problemen aan te vallen met naaldbikhamer, lasapparaat, slijptol en een dosis verstandopnulengaanmetdiebanaan.

Na een paar jaar klussen, bikken, lassen, stralen, reviseren en opbouwen was het “wrak” weer een schip geworden. En met zichtbaar resultaat. Hera is haar naam en met dit mooie schip gaan wij onze droom achterna.